Op 23 en 24 mei 2024 vond de 27ste Council for Foreign and Community Relations (COFCOR) plaats in Roseau, Dominica. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft namens Suriname deelgenomen aan deze meeting. De COFCOR is een van de vier sub-organen van de CARICOM en heeft een jaarlijks roterende voorzitterschap op ministerieel niveau. In 2025 zal Suriname het voorzitterschap bekleden.
Op de agenda van deze vergadering zijn diverse vraagstukken aan de orde gekomen die van belang zijn voor de ontwikkeling van de regio, waaronder klimaatverandering, grenskwesties, Haïti en kandidaturen. Ten aanzien van de internationale agenda is aandacht besteed aan de Verenigde Naties “Summit of The Future” die in september dit jaar plaatsvindt in New York.
De Surinaamse bewindsman heeft interventies gepleegd bij onder andere de behandeling van de agendapunten inzake klimaatverandering, waarbij de operationalisering van het Verlies en Schade Fonds (Loss and Damage Fund) door hem als zeer noodzakelijk voor de regio werd benadrukt, waaronder Suriname zelf.
Verder gaf de Minister aan dat Suriname ondersteuning verleent, zowel op nationaal niveau als in CARICOM verband, aan de Interim-Regering van Haïti in het bijzonder met betrekking tot de organisatie van eerlijke en geheime presidentiële verkiezingen en dat het volk van Haïti zich mag voorbereiden op het beleven van veilige en stabiele politiek-economische leefomstandigheden, gericht op het bereiken van duurzame ontwikkeling.
De CARICOM Ministers van Buitenlandse Zaken hebben voorts een ontmoeting gehad met de Minister van Buitenlandse Zaken van Qatar, Sultan bin Saad bin Sultan Al Muraikhi, die de samenwerking met de CARICOM benadrukte en bevestigde reeds op veel gebieden ondersteuning te hebben verleend.
In het kader van herbebossing en opbouwen van biodiversiteit werden de ministers de gelegenheid geboden enkele Cassia Fistula bomen, oftewel Golden Shower trees, in de Botanical Gardens te planten.
De COFCOR meeting werd met een verklaring over Cuba afgesloten waarbij, onder meer, de afwijzing van de eenzijdige economische, commerciële en financiële embargo door de Verenigde Staten van Amerika tegen Cuba werd onderstreept.