Hoe snel kan het in politiek-Suriname gaan met grote besluiten en beslissingen? In tegenstelling tot wat wij gewend zijn, heeft de afgelopen week aangetoond dat lokale politieke partijen en hun leiders in minder dan een week gigantische, ingrijpende, aardverschuivende besluiten kunnen nemen.
Wat de werkelijke motivatie is geweest van ook de NPS om zelfs door de gevaarlijkste bochten plankgas te gaan, om een coalitie geleid door de NDP werkelijkheid te maken, weten alleen degene die dit bliksemsnel proces hebben geleid. Wij, de kiezers, de goedgelovige lammen, kunnen alleen maar hopen dat de motivatie van de NPS, ABOP, PL, BEP en A20 oprecht is.
Aan de andere kant is het ook maar te hopen dat de partijen, die met de NDP in zee gaan, zich ervan hebben overtuigd dat de paarse partij ook oprechte, eerlijke intenties heeft. Nooit eerder was dat zo belangrijk als nu.
Bij de NDP zijn ze natuurlijk in alle staten, vooral omdat NPS eindelijk “ja” heeft gezegd tegen hun zoveelste huwelijksaanzoek. Met alle respect naar ABOP, PL, BEP, en A-20: er is geen grotere prijs voor de NDP, dan het jawoord van de NPS.
Eindelijk is de schijnbaar onneembare, groene vesting, gebouwd op principes en ethiek, genomen. Eindelijk!
Maar wat gaat de NDP nu doen met dit succes? Voorheen bleken bijna al dit soort allianties achteraf niet veel meer te zijn dan symboolpolitiek. Symboolpolitiek, in het geval van de NDP, was vrijwel altijd een vorm van misleiding: doen alsof, de uiterlijke schijn creëren om harten en stemmen te winnen, zonder dat het eigen huis en de inborst werd schoongemaakt.
Het was een zichzelf voortplantende en hardnekkige vorm van openbaar bedrog, waarmee de paarse partij, elke keer dat het aan de macht was, Suriname economisch en politiek de afgrond in trok.
Dat was natuurlijk de NDP, in het bijna oneindig lang Desi Bouterse-tijdperk. En hoewel het altijd stoer en provocerend klonk, wanneer de grote Baas (namens de NDP) sprak, had de onophoudelijke toepassing van niet oprechte symboolpolitiek, zijn oorsprong in alles omvattende angst, onvergeeflijke gewetenswroeging en verstikkende schuldgevoelens.
Vergeet de sterke taal, stoere vertoningen in OCER en de constantie intimidatie – verbloemd of openlijk: de angst, gewetenswroeging en schuldgevoelens hadden hun allemaal hun oorsprong in de jaren 80 en in het bijzonder de Decembermoorden.
Na de verschrikkelijke misstappen, die voortkwamen uit de militaire dictatuur, is waarschijnlijk er geen minuut van zijn leven geweest dat Bouterse niet gebukt is gegaan onder verpletterende gewetenswroeging en gitzwarte schuldgevoelens. Er was geen dag dat Baas niet wakker werd, in de hoop dat het allemaal onderdeel was van een verschrikkelijk lang durende nachtmerrie, en dat hij niet de fouten had gemaakt, die hij had gemaakt.
Maar elke dag werd hij opnieuw geconfronteerd met de onomkeerbare realiteit dat er heel veel Surinamers op verschrikkelijke manieren waren gestorven, als gevolg van zijn beslissing om op 25 februari 1980, gewelddadig de macht te grijpen.
Een geruïneerde economie kan opnieuw opgebouwd worden en elke politiek-bestuurlijke chaos kan binnen een paar jaar opgeruimd zijn. Maar moorden zijn onomkeerbare handelingen, waar er, in een democratische rechtstaat, maar een uitkomst voor bestaat: vervolging en berechting.
Alles wat Bouterse deed en ondernam, sinds de Decembermoorden, was boven alles gericht op het wegnemen van de schuldgevoelens en de gewetenswroeging en het ontvangen van vergeving. En de vergeving moest het liefst zo ver gaan dat het ook voor de moorden, “kwijtschelding”, zonder rechtsvervolging of veroordeling zou opleveren.
Bouta was daardoor, hoe moeilijk dat ook te geloven is, heel lang het grootste en meest gekwelde, levende slachtoffer van de militaire periode en de Decembermoorden.
Alles en dan ook alles wat hij bedacht en deed, was bedoeld om te helpen de duisternis binnen weg te nemen. En Suriname werd, via zijn politieke partij, de NDP, daarin meegesleept. Als anderen dat doorhadden of niet: bijna elke politieke alliantie, benoeming of stuk beleid had als einddoel de onophoudelijke hel in Bouterses hoofd en hart te laten eindigen.
Met alle respect aan eenieder die ooit NDP’er is geweest: Suriname duurzaam ontwikkelen was nooit de belangrijkste opdracht. De paarse partij en zijn leden hadden als voornaamste taak en rol Bouterse te verlossen van zijn eigen, vreselijke kwellingen en hem te beschermen tegen rechtsvervolging.
En omdat de NDP zo groot en indringend was, werd Bouterse zijn persoonlijke hel een nationale hebie, een landelijke vloek.
Het constant proberen 25 februari 1980 neer te zetten als een positieve, historische gebeurtenis en het steeds weer bejubelen van de voor Suriname uiterst schadelijke militaire dictatuur, die volgde, was een wanhopige poging voor Bouterse – en natuurlijk voor een aantal anderen – om te proberen de realiteit om te keren en vooral om de gewetenswroeging en schuldgevoelens te laten ophouden.
Maar elke keer was daar weer de onomkeerbare en permanente realiteit van de moorden en de onstuitbare, juridische gevolgen.
In zijn onverzadigbare dorst naar het “herschrijven” van de waarheid en om op die manier aan de correcte zijde van wet en recht te belanden, werd de NPS, voor Bouterse en de NDP, een gigantische obsessie. Geen enkele politieke partij was zo openlijk vastberaden en vasthoudend, als het ging om het veroordelen van de militaire dictatuur en de verschrikkelijke dingen die het bracht.
De groene partij symboliseerde, voor Bouterse, de dagelijkse, pijnlijke vingerwijzing naar het verleden, naar de verschrikkelijk fouten, die onder zijn leiding plaatsvonden en het ooit eens vredige Suriname, waar ook hij ongetwijfeld van hield, voorgoed veranderden.
Als de NPS nu eens een keer “ja” zou zeggen zou dat, voor Bouterse, hebben betekend een pad naar verlossing van zijn verpletterende kwellingen. Natuurlijk zou dat de waarheid niet veranderen en zou het uiteindelijk geen geestelijke verlossing brengen. Maar geen enkel stukje rationaliteit was opgewassen tegen Bouterses drang om eindelijk een keer verlost te worden van zijn eigen oneindige hel.
En met name Ronald Venetiaan stond lange tijd symbool voor de vastberadenheid van de NPS, om niet met de NDP samen te werken en niet in te leveren, als het ging om wet en recht en de veroordeling van de militaire periode en zijn dodelijke uitwassen. Dat is ook de werkelijke reden waarom Venetiaan, meer dan welke Surinamer ook, jarenlang zo verschrikkelijk is aangevallen door Bouterse en de NDP. De afgelopen dagen werd Venetiaan – vanwege de kritiek die hij uitte, op het voornemen van de NPS en zijn voorzitter om in te stappen in de NDP-coalitie – weer ouderwets aangevallen.
Dat is eigenlijk een zeer slecht voorteken.
Maar geef de NDP even het voordeel van de twijfel. Bouterse is er niet meer. Hij is verlost van zijn eigen verschrikkelijke kwellingen, angsten, schuldgevoelens en gewetenswroeging. Maar belangrijker: de NDP hoeft hem niet meer te helpen zijn persoonlijke hebie’s en hel te dragen. En de paarse partij hoeft Bouterse ook niet meer te beschermen tegen rechtsvervolging en veroordeling.
De vraag is nu: wil en kan de NDP zichzelf nu verlossen van de hebie’s, die maakten dat het Suriname, elke keer dat het aan de macht kwam, de afgrond in dreef?
De NPS heeft met zijn jawoord verschrikkelijk groot ingeleverd, als het gaat om zijn eigen principes en overtuigingen. Voorzitter Gregory Rusland verdedigde deze stap van de groenen, door vooral te wijzen op de grote verandering, bij de NDP: Bouterse is er niet meer. Daarmee was de weg nu vrij om, in het belang van het land, een handreiking te doen en in te stappen in een coalitie met de NDP.
Nu is het aan de NDP om duidelijk te maken dat het er is om Suriname en Surinamers te dienen en niet meer om Bouterse zijn lijden en angsten weg te nemen. Symboolpolitiek, om te misleiden, hoeft dus ook niet meer.
Maar is de NDP, net als de NPS, ook bereid groot in te leveren? Is de paarse partij bereid 25 februari 1980, de datum, die Suriname al zo lang en zo diep verdeeld, niet meer te verheffen tot feestdag, maar om het voorgoed te laten rusten in het verleden, waar het thuishoort?
Gaat de NDP, onder leiding van tante Jenny, zich nu richten op “dodenverering” en het in ere houden van wat Bouta wilde, wenste en leuk vond? Of, gaat de NDP eindelijk ten dienste staan van Suriname, in plaats van een persoon of een kleine groep personen te dienen?
Als het antwoord oprecht “ja” is, kan Suriname mogelijk zijn beste jaren ooit tegemoet zien en aan een gouden toekomst bouwen.
Maar als de nationale coalitie toch weer onderdeel blijkt te zijn van een campagne bedrieglijke, misleidende symboolpolitiek, wacht ons straks mogelijk de grootste economische neergang en bestuurlijke chaos ooit.
Tante Jenny, het woord is nu aan u en de NDP.