Een schijnbare ernstige vermenging van belangen tussen de EBS en staatsolie weerhoud deze staatsbedrijven om zaken in hun voordeel uit te voeren.
Dit benadrukte Robert Ameerali, lid van de EBS tarievencommissie, donderdag tijdens een persconferentie over de stroomtarieven op het hoofdkwartier van de vakcentrale C-47. Ameraali zegt dat de vermenging die tussen de directies van de bedrijven speelt, heel erg onbegrijpelijk is.
Ameerali benadrukt dat de EBS bijvoorbeeld geadviseerd was om hun tarieven in de tijd te verhogen en het bedrijf juist het tegenovergestelde doet in haar nadeel. Hij stelt verder dat zaken niet zo technisch zijn, maar soms een kleine rekensom zijn die Surinaamse deskundigen kunnen doen. Hij geeft aan dat er echt geen mensen uit het buitenland gehaald moeten worden voor zulke zaken. Wat opmerkelijk vreemd was voor het commissielid is dat mensen van het IMF zijn benaderd om het rekenwerk te doen dat zo simpel is als een rekensom.
C-47 voorzitter Robby Berenstein geeft aan dat wisselende factoren steeds bepalend zullen zijn in de berekening van de energieprijzen. De vakbondsman verduidelijkt dat de koers en olieprijs vooralsnog de voornaamste factoren zullen zijn die bepalen hoeveel de burgerij zal neertellen.
Berenstein geeft verder aan dat er een officieel document moet worden getekend door de regering voor wat betreft de gemaakte afspraken met de EBS. Hij stelt dat er toch nog wat fouten in het huidig tarief zitten die aangepast moeten worden.