Deskundigen van het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties hebben Suriname geprezen voor de inzet voor het behoud van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Dat staat in een verslag van de VN dat donderdag is gepubliceerd.
Het is het vierde periodieke rapport over de wijze waarop Suriname de bepalingen van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ten uitvoer legt. Suriname werd bij de dialoog in Genève (Zwitserland) vertegenwoordigd door een delegatie onder leiding van minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie.
De minister zei als onderdeel van de nationale rapportage dat het constitutionele en juridische kader van Suriname de principes van het Verdrag handhaafde. Suriname heeft mechanismen voor constitutionele toetsing en interpretatie opgezet, waardoor het rechtssysteem kan worden aangepast aan de veranderende internationale normen voor mensenrechten.
In januari 2022 stelde de minister van Justitie en Politie een commissie in om wetgeving op te stellen voor het Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens dat momenteel wordt herzien. Als onderdeel van de operationalisering van dit instituut hield het ministerie van Justitie en Politie bijeenkomsten met belanghebbenden en met een breed scala aan actoren uit het maatschappelijk middenveld. Deze informatiesessies verzamelden input die vervolgens werd opgenomen in het wetsontwerp. Nadat de wet was goedgekeurd en afgekondigd, konden verdere stappen worden ondernomen om het Instituut operationeel te maken.
In een samenvatting van de reactie van Suriname staat ook: ‘Om corruptie te bestrijden, had de regering een onafhankelijke anticorruptiecommissie opgericht, belast met het vroegtijdig detecteren van non-compliance en machtsmisbruik binnen staatsinstellingen. Suriname had strikte anticorruptiewetten geïmplementeerd, waaronder verplichte vermogensverklaringen door overheidsfunctionarissen, ook waren er open data-initiatieven geïntroduceerd om transparantie te bevorderen. Toekomstige klokkenluiders-beschermingsprogramma’s moedigden burgers aan om corrupte activiteiten te melden zonder angst voor vergelding, die bevordert een cultuur van verantwoording en integriteit bevorderde.
Surinames beleid en wetten beschermen individuen tegen discriminatie, onder meer op basis van ras, etniciteit, religie, geslacht en seksuele geaardheid. Om een effectieve implementatie te garanderen, heeft de regering toezichthoudende instanties opgericht om toezicht te houden op de naleving van anti-discriminatiewetten en om klachten aan te pakken. Zo begon de National Inclusive Labour Market Commission met het vergroten van het bewustzijn over het bevorderen van gelijkheid op de arbeidsmarkt en op de werkplek, waarmee vorm werd gegeven aan de doelstelling van de Employment Equal Treatment Act, die in november 2022 van kracht werd.
Deze wet was bedoeld om gelijke behandeling te garanderen op zowel de arbeidsmarkt als de werkplek.
Het aanpakken van gender gerelateerd geweld was, aldus de delegatie, een prioriteit voor de regering. Uitgebreide wetten tegen huiselijk geweld, met strenge straffen voor overtreders, werden strikt gehandhaafd. Er werden daarnaast ondersteunende diensten verleend aan slachtoffers, zoals opvangcentra, de hotline “Mi Lijn” en counseling via het Bureau Slachtofferzorg.
Een cursus huiselijk geweld was opgenomen in het curriculum van de veiligheidsdiensten, politie, het leger en de penitentiaire diensten. Suriname was in november 2021 toegetreden tot het Verdrag tegen Foltering en Andere Wrede, Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing. Het juridische kader van Suriname garandeerde bescherming tegen willekeurige arrestatie en detentie, en waarborgde de persoonlijke veiligheid.
Toezichthoudende instanties binnen de politiemacht en van het kantoor van de procureur-generaal hielden toezicht op wetshandhavingsactiviteiten, wat een extra laag van verantwoording bood. Suriname werkte aan het verminderen van de overbevolking in gevangenissen door middel van alternatieve straffen en afleiding-programma’s voor niet-gewelddadige overtreders, waarbij de nadruk lag op herstelrechtvaardigheidsbenaderingen.
‘Suriname is vastberaden in het elimineren van alle vormen van slavernij, dienstbaarheid, mensensmokkel en mensenhandel,’ liet de Surinaamse delegatie weten, vervolgende met: ‘Het versterken van wettelijke kaders en straffen voor mensenhandel delicten zorgt ervoor dat daders werden vervolgd en ter verantwoording geroepen. Er worden regelmatig trainingsprogramma’s uitgevoerd voor grenscontrole- en wetshandhavingsfunctionarissen om mensenhandel effectief te kunnen herkennen en erop te kunnen reageren, en om snelle en gepaste actie te garanderen om slachtoffers te beschermen.’
Vrijheid van meningsuiting was een hoeksteen van de Surinaamse democratie. Volgens de publicatie van mei 2024 van het internationale orgaan Reporters without Borders, had Suriname opmerkelijke vooruitgang geboekt binnen de internationale persvrijheidsindex, van positie 48 naar 28. Wettelijke waarborgen faciliteerden het recht op vreedzame vergadering, waardoor burgers hun mening vrij konden uiten door middel van vreedzame protesten en demonstraties. Er werd regelmatig training gegeven aan wetshandhavers over het beheren van vergaderingen en demonstraties, waarbij de nadruk werd gelegd op het belang van het respecteren van mensenrechten en het minimaliseren van het gebruik van geweld.
Er waren strenge wetten en handhavingsmechanismen om kinderen te beschermen tegen uitbuiting en misbruik, en daders ter verantwoording te roepen. De staat had ook kinderbeschermingseenheden opgericht binnen wetshandhavingsinstanties om gevallen van kindermisbruik en uitbuiting snel en effectief aan te pakken. Amoksi zei dat Surinames toewijding aan het Convenant onwrikbaar was.
Na de presentatie werd een dialoog ingezet waarbij de Suriname aan de ene kant gecomplimenteerd kreeg over vorderingen op het gebied van de rechterlijke macht. Aan de andere kant moest de delegatie kritische vragen van de VN-deskundigen beantwoorden over twee uitspraken van het Hof van Justitie en het Constitutioneel Hof die strijdig zijn met het Verdrag en de algemene opmerkingen van het Comité voor de Rechten van de Mens.