NDP’er Amzad Abdoel uitte zijn bezorgdheid over de toename van armoede en de gevolgen daarvan voor kwetsbare groepen in Suriname tijdens een kadermeeting van de Nationale Democratische Partij (NDP) in Ocer.
Vooral vrouwen en jongeren lijden onder de economische druk. “Vrouwen zijn een kwetsbare groep en wanneer de armoede toeneemt, neemt de kwetsbaarheid van de vrouw ook toe. Het aantal drop-outs is het afgelopen jaar verdubbeld”, stelde hij op vrijdag 20 september.
Ook de effecten op gezinnen werden benadrukt, vooral voor mannen en alleenstaande moeders. “Weet u hoe mannen zich voelen wanneer ze hard willen werken en toch niet in staat zijn om voedsel op tafel te zetten voor hun vrouw en kinderen? Weet u wat het betekent voor de moeder, vader en vooral de alleenstaande moeders wanneer ze schoolspullen moeten kopen voor hun kinderen, maar niet in staat zijn om dat te doen?”, vervolgde Abdoel.
Daarnaast hekelde hij de verspilling van publieke middelen onder de huidige regering. Meer dan 1.1 miljard SRD zou de afgelopen vier jaar zijn verspild, gestolen en misbruikt, waarbij betalingen plaatsvonden op basis van mondelinge afspraken, zoals bij het Sabakuproject, Hotel Babylon, de bouw van een nieuwe zaal voor de Nationale Assemblee en het hoofdbureau van politie. “Als ze iets gedaan hebben, dan is het wel stelen, verspillen, verkwisten en afjatten van de financiën van het volk”, aldus de politicus.
Surinames positie op de World Press Freedom Index kwam eveneens aan bod. Sinds 2022 verslechterde deze aanzienlijk, hoewel het land dit jaar een stijging van 20 plaatsen noteerde. Abdoel wees erop dat de persvrijheid tijdens de regeringen van Desi Bouterse veel groter was. “Hoe vrij en groot de persvrijheid was. Hoe tolerant we waren en wie de ware democraten zijn. Ik ben blij dat ze dat nu inzien en ervaren.” Tot slot kaartte hij de internationale reputatie van Suriname aan, met name op het gebied van mensenhandel, mensensmokkel en illegale visserij. “Suriname staat nu op het punt om geblacklist te worden voor de illegale visserij door de Europese Unie en de minister doet alsof er niets gebeurt.”