De bouw van het nieuwe DNA-gebouw gaat door. Dit deelde minister Stephan Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening woensdag mee aan journalisten voor de aanvang van de vergadering van de Raad van Ministers.
De UNESCO was tegen de bouw van dit gebouw en Suriname dreigt zijn plek te verliezen op de Werelderfgoedlijst. Het voorgestelde ontwerp voor dit gebouw was volledig in strijd met de specifieke eisen die zijn vastgelegd voor bouwprojecten in de Surinaamse beschermde historische binnenstad en aangrenzende bufferzones, zoals vastgelegd in de Monumentenwet van 2002.
Tsang haalde aan dat er recent gesprekken zijn gevoerd met de UNESCO en het parlement. “Het parlement is uiteindelijk de opdrachtgever en is door de instantie besloten dat de bouw verder moet gaan.”
Dit besluit is genomen vanwege het feit dat door oponthoud dit project de staat maandelijks 50.000 euro kost. ‘Als we moeten wachten op het besluit van de UNESCO, zal dat het land een half miljoen euro kosten. Dat kunnen we niet hebben.” Naar aanleiding hiervan is afgesproken dat de bouw doorgaat en alle maatregelen van UNESCO zullen in acht genomen worden.
De minister deelde verder mee dat er naar mogelijkheden is gekeken om aanpassingen aan het gebouw te brengen, zodat UNESCO geen moeite heeft. Een bezwaar van de UNESCO was dat dit gebouw niet hoger moest zijn dan het gebouw ervoor en dus zal dat niet gebeuren. Er is voorgesteld om het gebouw lager te bouwen dan oorspronkelijk geprojecteerd was. Een ander bezwaar was dat de footprint van het gebouw te groot was, maar daaraan kan nu niets gedaan worden. “We kunnen het gebouw niet slopen.”
Dus op grond van een aantal zaken, vooral om de financiële verplichtingen, is er besloten om door te gaan met de bouw van dit gebouw.










