Voor fans van de Surinaamse nationale mannenvoetbalselectie, NATIO, is 2024 misschien lastig te definiëren. Voor het eerst werd de kwartfinale van de Concacaf Nations League gehaald.
Er werd goed spel getoond en er ontstond een echte klik met het publiek. Echter, de twee laatste duels tegen Canada, beide verliespartijen, leggen een smet op het bijna voorbije voetbaljaar. Op de laatste FIFA-ranglijst zakte Natio met twee plekken: van 135 naar 137. Die daling is een direct gevolg van de twee verliespartijen in de Nations League kwartfinale tegen Canada (0-1 en 3-0.)
Ondanks een historische prestatie (het halen van de kwartfinale van de Nations League) de twee knockout-duels in de kwartfinale, tegen een veel hoger geplaatste tegenstander, officieel zwaarder golden voor de nieuwe plaats op de ranglijst. Het is niet voor het eerst dat het mechanisme achter de FIFA-ranking fans en kenners wenkbrauwen doet fronsen en het zal zeker ook niet de laatste keer zijn. Daarnaast is er het erg krom aanvoelende competitiereglement voor de Nations League.
Ter vergelijking: Suriname zit in league A, het hoogste en zwaarste niveau van de CONCACAF. Het haalde de kwartfinale, waar Canada tweemaal te sterk was. Het gevolg is dat NATIO, in maart, zich voor de 2025 Gold Cup moet proberen te plaatsen via een voorronde: twee duels tegen Martinique. Curaçao, dat na degradatie het vorig Nations League seizoen in League B uitkwam, won zijn groep en plaatste zich daarmee wel direct voor de Gold Cup van volgend jaar.
Dat voelt aan als krom. Een play-offronde tussen een League-B groepswinnaar (als Curaçao) en een verliezende kwartfinalist (Suriname bijvoorbeeld) klinkt veel logischer en rechtvaardiger. Het lijkt onvermijdelijk dat de CONCACAF, vroeg of laat, hier iets aan zal moeten doen. Perceptie is soms evenveel waard als de praktische realiteit.
Alleen kijken naar wat als laatste op de FIFA-ranglijst gebeurde, kan een vertekend beeld opleveren, als het gaat om wat en hoe NATIO presteerde in het bijna afgelopen jaar. De selectie opende 2024 in maart met een oefenduel in Nederland tegen Martinique dat 1-1 eindigde. Daarbij begon Stanley Menzo aan zijn tweede termijn als hoofdcoach.
Tussen de twee Menzo-perioden lag een, op zijn best, middelmatig jaartje onder leiding van oud-Oranje international, Aron Winter. Tegen de achtergrond dat Menzo in 2022 plotseling opstapte, na een lucratief aanbod uit China, waren er wel genoeg fans die er niet blij mee waren dat de oud-doelman van onder ander Ajax en PSV, weer in dienst werd genomen door de Surinaamse Voetbalbond.
Die sentimenten gingen wat naar de achtergrond na de twee eerste WK 2026 kwalificatiewedstrijden, tegen Saint Vincent and The Grenadines en Anguilla, in juni (4-1 en 4-0 respectievelijk.) Daarbij ontdekten Natio fans hun nieuwe lievelingen: middenvelder Immanuel Pherai, aanvaller en pingelaar Virgil Misiedjan en keeper Etienne Vaessen.
Becker laks
In de thuisoverwinning tegen St.-Vincent and The Grenadines stal vooral Pherai harten met zijn inzet, werklust en bereidheid om duels in te duiken. Alle drie de favorieten toonden zich een kwalitatieve toevoeging aan de zich verder uitbreidende groep diaspora spelers waar Menzo uit kan putten.
Daarentegen gaven de twee WK-kwalificatie ontmoetingen analisten en fans opnieuw reden om kritiek te leveren op aanvaller Sheraldo Becker. Met zijn transfer naar het Spaanse La Liga bij Real Sociedad werd Becker ontegenzeggelijk degene, die op het hoogste clubniveau opereert en daarmee, op papier, de sterspeler van de selectie.
Maar in juni wekte de vleugelaanvaller met zijn houding (ogenschijnlijke gebrek aan passie en inzet) andermaal de indruk het niet zo nauw te nemen met de belangen van NATIO. Dat hij tegen St.-Vincent and The Grenadines de 0-1 inluidde met een slechte terugspeelbal op doelman Veassen werkte natuurlijk ook niet in zijn voordeel. Becker trok die fout wel hoogstpersoonlijk goed, door via een strafschop de gelijkmaker te scoren en zo een comeback te starten, die uitmondde in een overtuigende eindzege.
Maar toch, sinds na de 2021 Gold Cup had Becker in geen enkele wedstrijd meer kunnen overtuigen. Hij ontbrak toen Suriname in september het 2024-25 Concacaf Nations League seizoen opende met twee uitduels, tegen Guyana en Guadeloupe. Pherai haalde tegen Guyana, net als een groot deel van de ploeg, niet het kwalitatief niveau van juni. Maar de middenvelder maakte dat ruimschoots goed met gedrevenheid, strijd- en werklust.
Gevaarlijk spel
Dat optreden van Pherai, gekoppeld aan het mindere spel van veel van zijn collega’s, was aanleiding voor een lokaal medium om een analyse te publiceren met daarin ronduit gevaarlijke insinuaties. Pherai werd neergezet als de enige met hart voor Suriname en de rest als vreemdelingen die niets geven om Natio en het land. Voor veel fans en critici werd dat onderscheid tussen Pherai en de rest gemaakt omdat de HSV-middenvelder van Hindoestaanse afkomst is en de anderen van Afro-Surinaamse.
Het medium en het stuk zijn daarvoor verfoeid. Ook door de spelersgroep, die in een officiële verklaring zijn misnoegen uitsprak over de toon, insinuaties en woordkeuze. Maar het schokkend slechte spel in het 1-0 verlies tegen Guadeloupe, drie dagen later, voedde wel de insinuaties in het suk.
Echter, als het de bedoeling was om met dat stuk ras-sentimenten te bespelen, werd dat gestuit door Pherai zelf. Hij speelde net zo beroerd en werd zelfs gewisseld.
Het internationale window van oktober liep in alle opzichten heel anders. In de twee thuisduels tegen het sterke en hoog aangeschreven Costa Rica en buurland Guyana, bekoorde de ploeg van Menzo, inclusief Becker, met strijd, werklust en mooi en volwassen voetbal. Verschillende spelers hadden het boetekleed aangedaan en waren zich ervan bewust dat ze na Guadeloupe iets goed te maken hadden.
Dat kwam tot uiting in oktober. Belangrijk, Menzo deed tegen Costa Rica ook een nuttige tactische aanpassing.
Controlerend middenvelder Dion Malone kwam terug in de basis. Zijn aanwezigheid bracht rust, controle en zelfvertrouwen. Dat werkte door naar Kenneth Paal, die met Malone voor de verdediging stond, en naar rechtsback Liam van Gelderen, die veel indruk maakte.
De uitstraling van het verdedigende blok, gaf de aanvallende middenvelers en de voorste linie het mentale groen licht om hun ding te doen. Alles klikte vanaf de start. Ook nadat Natio op achterstand kwam, zakte het zelfvertrouwen niet weg, wat voor rust al een gelijkmaker van spits Gleofilo Vlijter opleverde. Dat Becker de assist leverde, bleek een ommekeer in de harten van fans tegenover Natio’s nummer elf. Maar het belangrijkste was misschien wel dat het publiek overtuigd werd. Hun hoop, passie en dromen bleken niet voor niemendal.
Het was de eerste keer in zeven ontmoetingen dat Suriname minimaal een gelijkspel kon afdwingen van meervoudig wk-ganger Costa Rica. De overtuigende 4-1 zege op Guyana, vier dagen later, bevestigde dat er eindelijk een merkbare emotionele klik was gekomen tussen de fans en de spelers van Natio.
En er kwam ook echt resultaat. Suriname haalde voor het eerst de kwartfinale van de Concacaf Nations League, dat sinds 2018 wordt gehouden. In de hele CONCACAF regio waren fans en critici lyrisch over Natio en in het bijzonder van Gelderen, Pherai, Misiedjan, Becker en linksback Ridgeciano Haps.
CANADA
De prijs voor het halen van de kwartfinale was een tweeluik in november tegen Canada, WK 2022-deelnemer Canada dat 100 plaatsen hoger staat op de FIFA-ranglijst.
Oeps, was de eerste reactie van veel fans.
Want ondanks alle optimisme was er voldoende nuchterheid om te beseffen dat, op papier, de kans klein was dat Suriname de halve-finale zou halen. Canada heeft een ploeg met grote-toernooien-ervaring en een spelersgroep die, opgeteld, op een iets hoger niveau speelt dan de selectie van Suriname.
Maar ondanks die werkelijkheid en de kansen, zat het stampvol in het Franklin Essed Stadion toen op 15 november de thuiswedstrijd tegen de Canadezen op programma stond. Die massale opkomt was de bevestiging van de emotionele klik, die er was ontstaan een maand eerder. En juist ging coach Stanley Menzo de mist in met zijn tactische besluiten.
Pherai en Misiedjan begonnen vanaf de reservebank en in hun plaats mochten Djevencio van der Kust en Justin Lonwijk, in september nog reserve, in de basis starten. Tel daarbij op dat Paal geblesseerd was en dus ook niet kon spelen, was het voor velen een verrassing dat Menzo niet begon met de spelers die in oktober nog de aandacht trokken.
Dat Natio vanaf de eerste minuut worstelde om de vorm en het spel van oktober te vinden, werd door analisten toegeschreven aan de tactische beslissingen van Menzo. Zowel Van der Kust als Lonwijk hadden moeite met de druk en verloren bijna al hun duels.
Dat zorgde ervoor dat Natio de bal niet kon vasthouden, wat constante druk op de verdedigende linies en uiteindelijk fouten opleverde. Malone, die niet de jongste is, moest daardoor veel loop- en sloopwerk doen, waardoor hij geen tijd en ruimte had te komen in zijn beste rol: de tactische rust bewaren, aansturen en het tempo controleren. Er was niet veel terug te zien van het spel van een maand eerder.
Vlijter en Becker leden erg onder het onvermogen van van der Kust en Lonwijk om de verbinding te vormen tussen verdediging en aanval. Het meest verbazende was mogelijk wel dat Menzo na een zichtbaar beroerde eerste helft van Lonwijk en van der Kust hen niet in de rust te wisselde voor Pherai en Misiedjan.
Het zou tot laat in de tweede helft duren voor dat dat tweetal mocht opdraven. Waarom Menzo zo laat wachtte, toen het reeds vroeg in het duel duidelijk was dat het onvermogen van van der Kust en Lonwijk Natio de das om deed, is een raadsel.
Misgreep
De uitblinker bij Suriname in het eerste duel tegen Canada werd doelman Vaessen. Het was de eerste keer dat de keeper van FC Groningen in de Nederlandse Eredivisie zijn klasse kon en ook moest tonen. Het is aan hem te danken dat het tot de 82ste minuut duurde voordat Canada de doorbraak kon forceren.
Dat het uiteindelijk slechts 0-1 werd, was ongetwijfeld de verdienste van Vaessen. Een ding was na afloop duidelijk: alleen als Natio in de return boven zichzelf zou uitstijgen kon een plaats in de halve finale afgedwongen worden.
Maar als Menzo in de eerste ontmoeting een tactisch raadsel serveerde, in de returnwedstrijd in Canada ging hij op herhaling. Volgens critici bezegelde hij daarmee ook Natio’s lot. Hoewel van der Kust en Lonwijk in de thuisontmoeting geen enkele indicatie hadden gegeven dat ze konden groeien tegen een tegenstander als Canada, stonden ze beiden weer in de basisopstelling.
En weer werd het zo goed als niets. Er waren voldoende indicaties dat medespelers zich stoorden aan de keuzes van Menzo en de gevolgen op het veld. Lonwijk was een beetje beter, vergeleken met het thuisduel. Van der Kust zakte andermaal door de ondergrens. Ditmaal werd van hij wel er eraf gehad tijdens de rust voor Misiedjan. Maar toen stond het al 2-0 voor de thuisploeg.
Hoewel Natio vooral strijders nodig had, werd Pherai zelfs de hele wedstrijd op de bank gehouden, iets wat veel voer voor discussie en speculatie opleverde. Menzo had eerder aangegeven dat hij niet graag wisselt. Maar niet wisselen omdat je er niet van houdt, is een ander en in dit geval verkeerde uiterste.
Het werd 3-0 voor Canada. Menzo mag en moet zichzelf dit resultaat tenminste deels aanrekenen. Het is te hopen dat de beslissingen van bondscoach geen negatieve uitwerking hebben op de ploeg en individuele spelers, want in maart wacht Natio een belangrijke klus.
Om zich te plaatsen voor Gold Cup 2025 moet in maart in twee wedstrijden afgerekend worden met Martinique. De onderlinge oefenpot van begin dit jaar in Nederland eindigde 1-1. Op papier heeft Suriname het voordeel. En met de toevoeging van de internationaal zeer gerespecteerde centrale verdediger Danilho Doekhie aan de selectieopties, is er ook duidelijke versterking binnengehaald.
Natio heeft ongetwijfeld alle middelen in huis om in maart een startbewijs voor Gold Cup 2025 veilig te stellen. Maar dan moeten er ook geen tactische experimenten en gokjes gedaan worden door de technische staf. Eenieder moet het beste leveren, ook coach Menzo.