Op 03 april 1954 werd Suriname een toonbeeld in de wereld voor natuurbescherming. De Natuurbeschermingswet die indertijd werd aangenomen, was voor die periode zeer vooruitstrevend.
De wet introduceerde nieuwe concepten voor die tijd zoals beschermde natuurgebieden. In 1969 werd Stinasu (Stichting Natuurbehoud Suriname) opgericht, waarmee Suriname een van de eerste landen was die natuurtoerisme zou ontwikkelen; in die tijd ook een vernieuwend concept.
Vandaag zijn we 70 jaren verder. Helaas is onze regelgeving niet meegegroeid met lokale en internationale ontwikkelingen of veranderde omstandigheden in ons klimaat.
Inmiddels blijkt dat:
● Het zogenaamde hekken- en boetesysteem (‘fences and fines’) met beschermde natuurgebieden, waar volgens de wet vrijwel niemand mag komen, een achterhaald concept is. Op diverse plekken in Suriname hebben inheemsen en marrons hun woongebieden onder dwang moeten verlaten onder aanvoering van ‘bescherming van de natuur’.
● Er onvoldoende prioriteit in het beleid is om het meest bebost land ter wereld te kunnen blijven. Natuurbescherming als keten – van beleidsmakers tot en met boswachters – wordt bijvoorbeeld onvoldoende gefinancierd (nog geen 0,5% van de staatsbegroting).
● Nieuwe globale concepten zoals ecosysteemdiensten (waaronder de veelbesproken carbon credits) nog niet erkend worden in de Surinaamse wetgeving.
● De rol van inheemsen en tribale gemeenschappen in natuurbescherming nooit erkend is. Evenzo zijn de collectieve grondrechten anno 2024 nog niet geformaliseerd.
● De unieke traditionele kennis over natuur en biodiversiteit onder inheemsen en tribale gemeenschappen nooit erkend is.
Hoog tijd dus voor enkele verbeteringen.
Met 92,6% bosbedekking, anno 2023, heeft Suriname nog veel bos. Echter, deze komt door de natuur en de kwaliteit van het bos steeds meer onder druk te staan door mijnbouw, ongecontroleerde houtkap, overbejaging, verstoring bij de aanleg van infrastructuur, de mogelijke introductie van grootschalige landbouw en de effecten van klimaatverandering.
Het hoopvol nieuws is dat De Nationale Assemblée een commissie van rapporteurs heeft benoemd om een conceptwet Duurzaam Natuurbeheer te bestuderen en discussies met stakeholders hieromtrent reeds zijn begonnen. Alsook dat het Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu bezig is met onder meer een Green Development Strategy en een Wet op de Ruimtelijke Ordening waarbij behoud van groen steeds belangrijk uitgangspunten zijn. Daarnaast gaf President Chandrikapersad Santokhi onlangs in een interview aan dat “het pilotproject met de Mennonieten is ingetrokken”.
Indien Suriname haar natuur wil behouden voor toekomstige generaties en deze planmatig in haar ontwikkelingsstrategieën wil opnemen, is geüpdatet regelgeving nodig die voldoet aan de omstandigheden van de tijd. Daarbij kunnen natuur en ontwikkeling hand in hand gaan. We kijken dan ook uit naar een gedenkwaardig moment waarbij we, in 2024, na 70 jaren, weer een goede stap in de toekomst kunnen maken met vernieuwde regelgeving.
Natuurinclusieve ontwikkeling moet op ieders agenda staan en prioriteit genieten.
Namens de campagne Keep Suriname Green,
Conservation International Suriname
Groene Groei Suriname
Tropenbos Suriname
WWF-Guianas
Forest 93
Zie www.keepsurinamegreen.sr voor meer informatie over de Wet Duurzaam Natuurbeheer