De Progressief-Verheffende Partij (PVP) gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de kortgedingrechter, die het verzoek om uitstel voor het indienen van de kandidatenlijst heeft afgewezen. Dat bevestigt de partijvoorzitter Roy Bhikharie, in gesprek met ABC Suriname.
De PVP had in kort geding geëist dat het Centraal Hoofdstembureau (CHS) extra tijd zou toestaan om de kandidatenlijst alsnog in te dienen, nadat de oorspronkelijke termijn op maandag 25 maart was verlopen. De rechter wees dat verzoek gisteren echter af, waarmee de partij formeel buiten deelname aan de verkiezingen dreigt te vallen.
Volgens Bhikharie heeft de eerdere afwijzing van de PVP-registratie een grote impact gehad op de kandidaten. “Er zijn mensen die zich terugtrokken. Anderen raakten gedemotiveerd. We hebben tijd nodig om iedereen weer te mobiliseren”, stelt hij. Bhikharie wijst erop dat de rechter zich niet heeft uitgesproken over de psychologische gevolgen die de afwijzing zou hebben gehad op de betrokkenen. Volgens hem is enkel naar de letter van de wet gekeken, zonder de menselijke impact mee te wegen.
Hij benadrukt dat zij niet aan de wet willen komen. “Maar wij geloven dat die wet geen exacte data vaststellen, maar tijdsintervallen”, merkt Bikharie op over het eerste kortgeding-zaak tegen CHS. Volgens hem heeft de rechter slechts de nadruk op de wet geleefd en geen rekening gehouden met het menselijk aspect. “In die teleurstelling kun je niet verwachten van mensen dat zij alsnog hun stukken in orde gaan maken”. Het voorbereiden van de stukken en tal van handelingen plegen waren volgens de PVP-voorzitter immens om het voor 25 maart allemaal in orde te krijgen. “Voor mij was ook het bij elkaar roepen van de mensen een immense taak”.
De kandidaten zouden na het horen van het eerste vonnis zo teleurgesteld en gedemotiveerd zijn dat zij terug zijn gegaan naar hun alledaagse leven. Het mobiliseren na uitspraak van hoger beroep in voordeel van PVP was Bhikharie niet gelukt en kwam hij tijd te kort. Bhikharie noemt de situatie een schending van de mensenrechten en hoopt dat het Hof van Justitie in hoger beroep meer oog zal hebben voor de context en argumentatie van de partij.