De regering beoogt met de Wet Grondconversie meer rechtszekerheid voor burgers. Het doel van deze wet die nog ter behandeling ligt bij het parlement is om personen de mogelijkheid te bieden hun grondhuur om te zetten in eigendom.
Verder kan de regering op deze manier voor een korte periode ook inkomsten genereren. Minister Dinotha Vorswijk van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) meent dat de wet onder meer bewoners van woningbouwprojecten van de overheid ten goede kan komen. Ze merkt op dat mensen de gronden al zo lang bewonen, maar nog steeds grondhuurtitel op de kavels hebben.
“Grondconversie is niets anders dan het omkopen van jouw grondhuur tot eigendom. Je krijgt het niet gratis”, aldus Vorswijk. Ze geeft aan dat de wet reeds langer dan een jaar bij het parlement ligt. Vanuit het Kabinet van de President is er ook een commissie benoemd, die belast is met alles rondom de wet. In deze werkgroep hebben ook juristen van GBB zitting. “Wanneer de wet goedgekeurd en afgekondigd is, zullen we dan precies weten wat de kosten en procedures zullen zijn.” Zonder op de stoel van het college te willen zitten, meent de GBB-minister dat er binnen het parlement mogelijk nog geen overeenstemming kan worden bereikt als het gaat om de gronden waarvoor er conversie zal gelden en om welke groottes het zal gaan.
Minister Vorswijk: “Gaat het om landbouwgronden, zakelijke doeleinden, veeteelt, bebouwing en bewoning. Dat is nog niet zo duidelijk.” Ze legt uit landbouwgrond vanaf 5 hectare kan worden uitgegeven, terwijl voor bebouwing dat vanaf 359 m2 geldt. Het gaat volgens de bewindsvrouw erom waar grens gelegd zal worden. “Gaan we alles of bepaalde opengooien voor grondconversie?”, denkt ze hardop. Minister Vorswijk meent dat er over dit alles overeenstemming bereikt moet worden alvorens het parlement kan komen tot afhandeling van de wet. Daarnaast moet de regering ook nog aan het woord komen alsook nog een ronde voor het parlement.
Hoewel het aan de regering is hierover te beslissen, geven juristen van GBB er de voorkeur aan grondconversie te starten bij percelen ten behoeve van bebouwing en in een later stadium over te gaan tot gronden voor andere doeleinden. Minister Vorswijk verduidelijkt dat men ingezetene moet zijn en de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt om in aanmerking voor een stuk grond te komen. Of men zal op basis van de Surinaamse wetgeving een rechtspersoon – stichting of NV – moeten hebben. “Op geen enkele andere manier kan een buitenlander in Suriname een grondhuurtitel krijgen. De voorkeur van de regering gaat uit naar natuurlijke personen.”