In het kader van de aanpak van overvolle en verouderde cellenhuizen is het cellenhuis te Munder na een grondige renovatie officieel heropend. De locatie zal dienen voor de opvang van verdachten van lichtere strafbare feiten.
Het initiatief voor de renovatie werd genomen door het Openbaar Ministerie (OM), dat hiermee inspeelt op de urgente behoefte aan differentiatie binnen het detentiesysteem. Door deze scheiding kunnen verdachten van lichte vergrijpen, zoals verkeersmisdrijven, voortaan apart worden vastgehouden en niet langer in dezelfde ruimten als verdachten van ernstige delicten zoals gewapende berovingen.
De heropening van het cellenhuis Munder moet bijdragen aan verlichting binnen de zwaarder belaste cellenhuizen, waar al geruime tijd sprake is van structurele overbezetting, slechte hygiëne en een gebrek aan functionele scheiding tussen verschillende typen verdachten. Het OM benadrukt dat de nieuwe opzet ook de kans op negatieve beïnvloeding van lichtere verdachten door zwaardere criminelen verkleint.
Volgens de wettelijke regeling behoren arrestanten in voorarrest te worden ondergebracht in een Huis van Bewaring, terwijl veroordeelden hun straf uitzitten in een penitentiaire inrichting. De realiteit wijkt echter vaak af van deze norm, waardoor herstructurering zoals nu in Munder noodzakelijk is.
Met de heringebruikname van deze locatie wordt niet alleen de capaciteit van andere politiebureaus ontlast, maar wordt ook een stap gezet richting menswaardiger detentieomstandigheden en een efficiënter gebruik van beschikbare ruimte.
Het OM benadrukt dat dit slechts een eerste stap is binnen een bredere hervormingsagenda, gericht op structurele verbetering van het detentiestelsel. Daarbij staan veiligheid, menswaardigheid en efficiëntie centraal.